Het platteland van de Costa Tropical is het hele jaar door groen en zit vol met kleine, witte dorpjes die verspreid zijn over de valleien. De gebieden dichter bij de kust zijn gevuld met kilometers exotisch en subtropisch fruit – zoals avocado's, mango's, cherimoya's, loquats, papaja's, guave en kiwi's – en met vegetatie. U kunt zien hoe het eerdere landschap verandert als u meer landinwaarts gaat. Subtropische bomen worden vervangen door dennen en aromatische struiken, zoals tijm en rozemarijn, die de omgeving een eigenaardig aroma geven. Dit gebied is de perfecte plaats voor een excursie te voet om van de natuur te genieten. Er zijn veel wandelpaden of u kunt zelfs canyoning doen (zogeheten “barranquismo”), die u naar kleine watervallen en natuurlijke zwembaden brengt waar u kunt baden.
Vélez de Benaudalla
Vlakbij de kust van Motril en Salobreña ligt Vélez de Benaudalla, een typisch oud Moors dorp met witgekalkte huizen en smalle straatjes. De ruïnes van een Arabisch kasteel en een kerk uit de 16de eeuw zijn hier bewaard gebleven, evenals de prachtige tuin “Jardín Nazardí”.
Los Guájares
Iets verder naar het westen vanaf Vélez de Benaudalla, komt u in de Sierra de Los Guájares terecht. Los Guájares bestaat uit drie witte dorpen, Guájar Faragüit, Guájar Alto en Guájar Fondón, gelegen in het eerste bergachtige gebied vanaf de zee. Hier vindt u ravijnen bedekt met weelderige vegetatie en subtropische teelt.
Molvízar & Ítrabo
De dorpen Molvízar en Ítrabo liggen heel dicht bij elkaar, tussen Salobreña en Almuñécar in. De omgeving is bergachtig, maar toch liggen ze op korte rijafstand van de kust (ca. 10km). Rondom deze pueblos liggen vele hectaren wijngaarden die voortreffelijke wijn produceren. Molvízar heeft twee keer een nationale prijs gewonnen voor haar gemeentelijke schoonheid, dit omdat het uiterst zorgvuldig en met liefde wordt verzorgd door haar bewoners.
Valle de Río Verde
Wanneer u vanuit Almuñécar het binnenland in reist, komt u in de tropische vallei uit die langs de Río Verde (vandaar de naam) loopt. De Carretera de la Cabra, ofwel de weg van de berggeiten, leidt naar de Sierra Chaparral en doorkruist de drie kleine dorpjes Jete, Otívar en Lentegí. Deze route biedt een prachtig landschap. De drie dorpjes liggen verscholen in de bergen en zijn ontstaan als gevolg van de oude visroute, die hen verbindt met Almuñécar via de Carretera de la Cabra.
De vallei is een fantastische plek voor wandel- en natuurliefhebbers, met verschillende bewegwijzerde routes en spectaculaire uitzichten. De belangrijkste trekpleister van dit gebied is de Junta de los Ríos, die afdaalt in de diepte van de vallei en ons meeneemt naar een unieke plek waar twee ravijnen samenkomen en uitmonden in de Río Verde: een prachtige, kristalheldere groengekleurde rivier, ideaal voor barranquismo.
Peña Escrita
Het Peña Escrita Nationaal Park, hoog gelegen in de heuvels in de uiterste westelijke hoek van de Costa Tropical, wordt bereikt door de Río Seco te volgen. Hier zijn nog meer mooie uitzichten te vinden en genoeg routes om te wandelen of paard te rijden.